Categorieën
Artikelen Filosofie Interviews Portfolio Techniek Voorpagina

Techniek is menselijk

Op 6 maart interviewde ik Jos de Mul over het essay dat hij schreef voor de Maand van de Filosofie 2014. Het gefilmde interview plus de bijgaande tekst verschenen eerder al in i-Filosofie, het tijdschrift van de ISVW.

Kunstmatig van nature

Voor de Maand van de Filosofie 2014 schreef Jos de Mul, professor in de Wijsgerige Antropologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, het essay Kunstmatig van Nature. Onderweg naar Homo sapiens 3.0. De Mul beschrijft de rol die technologie in het leven van de mensheid heeft gespeeld, vanaf het allereerste begin tot nu. Ook geeft hij een beeld van hoe deze relatie in de toekomst zou kunnen veranderen.

De excentrieke mens

In het interview gaat De Mul in op de theorieën van Helmuth Plessner die een rode draad vormen door zijn essay. Deze Duitse filosoof vroeg zich aan het begin van de twintigste eeuw af wat nu precies de relatie is van de mens tot zichzelf en zijn buitenwereld. Volgens Plessner is de mens mens(elijk) door zijn excentriciteit: zijn vermogen om ‘van buiten af’ naar zichzelf te kijken. Geen enkel ander dier of ding kan op zo’n manier afstand van zichzelf nemen, maar dat betekent ook dat geen enkel ander wezen zo’n kloof ‘met zichzelf’ ervaart.

De mens voelt zich ‘fundamenteel onaf’

Door die kloof voelen we een gebrek aan geborgenheid en zijn we daarom altijd op zoek naar een veilig thuis. De excentrische positie zorgt er ook voor dat de mens zich ‘fundamenteel onaf’ voelt. En in een poging daar wat aan te doen, gaat de mens aan de slag met techniek en cultuur. Techniek staat daarmee niet (alleen) tegenover of naast de mens, maar is ook onderdeel van de mens en van wat haar menselijk maakt. ‘Dat maakt dat, volgens Plessner, de mens van nature kunstmatig is,’ legt De Mul uit.

Drie toekomstscenario’s

In het essay laat Jos de Mul zien hoe technologie niet alleen iets is van de laatste decennia, maar hoe het al vanaf de eerste mens een rol speelde. Ook schetst hij drie toekomstscenario’s, namelijk het extrahumanisme, het transhumanisme en het posthumanisme en onderzoekt of de ideeën van Plessner ook binnen die scenario’s nog van toepassing zijn. Deze toekomstscenario’s corresponderen met de wetenschapsgebieden waarvan valt te verwachten dat er grote, voor de mens ingrijpende, veranderingen zullen plaatsvinden, namelijk de neurotechnologie, de genetica en de robotica.

De Mul benadrukt dat hij geen toekomstvoorspellingen probeert te doen; als het gaat om technologie en wetenschap zijn die principieel onmogelijk. Bovendien hebben de technologieën die een grote rol spelen binnen de door De Mul geschetste toekomstscenario’s, een ‘versmeltend’ karakter: de technologieën versmelten met elkaar (en met de mens), dus helemaal los van elkaar zullen de scenario’s niet voorkomen.

De rol van de filosoof

Het doel van de scenario’s is ons uit te dagen na te denken over de toekomst. Wat verwachten we van de nieuwe mogelijkheden die de snel ontwikkelende technologie ons te bieden heeft? Zijn die verwachtingen reëel? Moeten we grenzen stellen aan bepaalde ontwikkelingen? En zo ja, waar baseren we die grenzen dan op? Waar willen we als mensen naartoe? Het zijn precies dit soort vragen, meent De Mul, die laten zien dat er ook in de toekomst nog een belangrijke taak is weggelegd voor filosofen: ‘Zij zullen niet degenen zijn die de antwoorden geven, maar ze kunnen de vragen wel stellen en mensen helpen om over die vragen na te denken.’

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.